Op 16 juni jl. heb ik een aangetekende brief gestuurd naar de demissionaire minister van Justitie en Veiligheid David van Weel (VVD) en naar de voorzitter van het college van procureurs-generaal Rinus Otte, beiden vertegenwoordigers van de Staat der Nederlanden. Reden om deze brieven te sturen was om mijn schadevordering op de Nederlandse Staat wegens een onrechtmatige overheidsdaad niet te laten verlopen. Aangezien ik de Nationale Politie medeverantwoordelijk en medeaansprakelijk acht aan de onrechtmatige overheidsdaad, heb ik Janny Knol, korpschef van het Nederlandse politiekorps, op 30 juni een soortgelijke stuitingsbrief gezonden. In de brieven is eerst het dubieuze handelen van de Nederlandse overheid samengevat, zodat – voor zover dat niet al het geval is – de hoogste leiding van de hierbij betrokken instanties volledig op de hoogte is van de gang van zaken. Hierna deel 1 van mijn brief aan de korpschef.

Geschiedenis
Op 3 juli 2009 sprak het Amsterdamse gerechtshof mij in de strafzaak Kolbak – na jarenlang onderzoek dat vanaf 1994 [1] vrijwel doorlopend heeft plaatsgevonden – vrij van het witwassen van vijf panden op de Amsterdamse Wallen; de zogenoemde ‘Wallenpanden’. Deze panden, waarvan ik in 1998 al voor een klein deel mede-eigenaar was geworden, heb ik in 2002 gekocht van de familie Endstra en zijn nog steeds in mijn bezit.
‘Proces van de eeuw’
Op 21 december 2007, in eerste aanleg van ‘het proces van de eeuw’ [2], sprak de rechtbank Haarlem mij eerder vrij van de verdenking dat ik ‘de Wallenpanden’ in 2002 heb verworven en tot en met 30 januari 2006 (de datum van mijn arrestatie in Kolbak) weliswaar voorhanden had, maar dat dit volgens het OM een schijnconstructie zou zijn. De panden zouden feitelijk toebehoren aan Willem Holleeder die ze – opnieuw volgens het OM – uit afpersing of enig ander misdrijf zou hebben verkregen en, om dat eigendom te verhullen, gebruik zou maken van een stroman. In Kolbak was het witwassen van de panden op de Wallen ‘via de bankrekeningen en/of de bedrijven van M.A. Kaatee’ daarom tevens ten laste gelegd aan hoofdverdachte W.F. Holleeder, die hier eveneens van werd vrijgesproken.
De herfinanciering
Van het ‘op of omstreeks 20 februari 2003’ witwassen van een herfinanciering van mijn schuld aan de familie Endstra, een schuld die is ontstaan omdat ik de aankoopsom in 2002 grotendeels schuldig was gebleven aan de verkoper, sprak het hof mij eveneens vrij.
Door nieuwe leningen te sluiten bij een bedrijf van de heer Jan-Dirk Paarlberg, kon ik op 24 februari 2003 twee hypotheken en een onderhandse lening van de familie Endstra geheel aflossen en mijn zakelijke banden met Willem Endstra verbreken. In het hoger beroep van Kolbak had het OM ten aanzien van deze witwasverdenking zélf al gerekwireerd tot vrijspraak want in eerste aanleg was ik ook van deze verdenking al vrijgesproken. Het was op 3 juli 2009 dus een en al vrijspraak wat de klok sloeg.
Vrijspraak onherroepelijk
Het OM stelde geen cassatie in tegen mijn integrale vrijspraak. Zodoende is de vrijspraak sinds 17 juli 2009 onherroepelijk en niet vatbaar voor enige herziening. Althans, dat zou moeten gelden in een goed functionerende rechtstaat.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Ondanks mijn volledige vrijspraak in 2009 en een in 2010 toegekende schadevergoeding voor de bijna 8 maanden die ik in voorlopige hechtenis heb doorgebracht, heb ik tot mijn grote verdriet mijn speelhallen, waar ik eind 1983 voor het eerst ben gaan werken en die ik uiteindelijk in 2002 tezamen met de panden van de familie Endstra heb kunnen kopen, in 2012 op grond van de wet Bibob moeten sluiten en – als onvermijdelijk gevolg – al mijn medewerkers moeten ontslaan.
De (enige) rechtsgeldige Bibob-grond voor de gedwongen sluiting vormde de in 2003 van de heer Paarlberg verkregen financiering van € 4 miljoen, zo oordeelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in 2012. Het geld waarmee de herfinanciering plaatsvond zou van misdrijf afkomstig zijn. Dat ik daar blijkens mijn vrijspraak van het witwassen van die leningen niet van heb geweten, en daar nog steeds twijfels over heb, doet voor de toepassing van de wet Bibob niet ter zake. Een groot deel van mijn schuld aan de heer Paarlberg was nog niet afgelost toen het OM in 2006 conservatoir derdenbeslag legde op de op dat moment nog resterende vordering. Dus had de burgemeester van Amsterdam terecht nieuwe vergunningen geweigerd, zo concludeerde het CBb op 12 maart 2012.[3]
Restschuld
Om de restschuld van € 2.8 miljoen (excl. rente) te kunnen betalen aan het OM, die bereid was om gedurende een ontnemingsprocedure tegen de heer Paarlberg – met instemming van de heer Paarlberg – als bewaarder op te treden van het nog te vorderen bedrag, was ik gedwongen mijn gesloten speelhallen, inclusief de panden, te verkopen en de volledige verkoopopbrengst te storten op een bankrekening van het OM.
Het verkoopproces wordt echter al jaren, tot op de dag van vandaag, doelbewust en structureel tegengewerkt door met elkaar samenspannende overheidsinstanties, die misbruik maken van de omstandigheid dat een koper van speelautomatenhallen meerdere vergunningen nodig heeft om ze te mogen exploiteren; een vergunning van de gemeente waar de kansspelautomaten worden geëxploiteerd en een vergunning van de Kansspelautoriteit (hierna: KSA) om überhaupt in Nederland kansspelautomaten te mogen exploiteren. De gemeentelijke vergunning valt sinds 2003 onder de wet Bibob en de landelijke vergunning sinds 2013.
‘Rustig afwachten en uitroken’
Het misbruiken van het Nederlandse vergunningenstelsel voor speelhallen kwam in december 2021 aan het licht toen de gemeente Amsterdam – naar aanleiding van enkele Wob-verzoeken – interne correspondentie prijsgaf waarin een ambtenaar van de afdeling Openbare Orde & Veiligheid (OOV) op 26 september 2013 twee collega’s van het Coördinatieteam Wallen (CTW) wijst op het gemeentebeleid ten aanzien van mijn panden en speelhallen: “Rustig afwachten en uitroken.”
De Wob-ambtenaren die deze brisante correspondentie bij hun zoektocht aantroffen waren (bewust of onbewust) vergeten zowel de namen van hun collega’s als de uitrook-instructie zwart te lakken alvorens de e-mail tezamen met het Wob-besluit en andere Wob-stukken te delen met mij en met de koper van mijn speelhallen die eveneens een Wob-verzoek had ingediend. Zodoende is inmiddels in brede kring bekend welke ambtenaren, en daardoor ook welke afdelingen van de gemeente betrokken zijn bij het onwettige uitrookbeleid.
Stadsgoed NV
Aanleiding voor de instructie “Rustig afwachten en uitroken” was een e-mail van Stadsgoed NV aan de gemeente van 24 september 2013, die zich eveneens tussen de Wob-stukken bevond. De panden Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30 waren in september 2013 door Lucky Jack, het gokbedrijf van De Vries & Vet waar de latere koper toen als interim-directeur werkzaam was, alvast te koop aangeboden aan Stadsgoed NV om vervolgens de bedrijfsruimten in die panden van Stadsgoed NV te kunnen huren als speelhal. Lucky Jack had aan Stadsgoed NV ook al een huurprijs voorgesteld die ze voor de bedrijfsruimten in de panden wilde betalen: € 120.000 excl. btw per jaar.

Stadsgoed NV meldde het aanbod/voorstel van Lucky Jack keurig aan de gemeente. De gemeente Amsterdam is namelijk grootaandeelhouder van Stadsgoed NV. De vertegenwoordiger van Stadsgoed NV spreekt in zijn e-mail van een ‘buitenkansje om controle over die “gevoelige panden” te krijgen.’
Geen buitenkansje
Het clubje gemeenteambtenaren dat de e-mail van Stadsgoed NV met het voorstel om de panden aan te kopen met elkaar bespreekt (en hier kennelijk over mocht beslissen), vindt het helemaal geen ‘buitenkansje’ zo blijkt uit hun onderlinge correspondentie. Voor de speelhallen op de adressen Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30 is geen toekomst meer in de gemeente Amsterdam, zo was besloten. Ze moeten worden ‘uitgerookt’. Om mijn speelhallen en mijn panden met gokbestemming ‘uit te roken’ was al een list verzonnen, want er bestaat niet zoiets als een wettelijke uitrookregeling.
Schaamteloos
De ambtenaar die in 2013 schaamteloos over mijn speelhallen en panden schreef “rustig afwachten en uitroken” is nog steeds werkzaam bij de gemeente. Zij was op 5 december 2022 een van de vertegenwoordigers van de burgemeester in de rechtszaal tijdens de inhoudelijke behandeling van een bestuursrechtelijke procedure met betrekking tot de ‘uit te roken’ speelhallen en panden. Journalisten van Follow the Money waren daar getuige van. De zaak handelde over het beroep dat de koper van mijn speelhallen had ingesteld tegen het intrekken van zijn vergunningaanvragen door burgemeester Halsema in april 2021.
De rechtbank hoefde er na de behandeling niet lang over na te denken. Op 19 december 2022 stelde de rechter de koper in het gelijk en vernietigde daarmee het besluit van de burgemeester.
Wordt vervolgd…
[1] In 1994 start het Citypeak-onderzoek naar een door het OM vermoedde criminele organisatie die Heinekenontvoerders Cor van Hout en Willem Holleeder na hun straffen voor de Heinekenontvoering te hebben uitgezeten, zouden hebben gevormd met vastgoedondernemer Robert Grifhorst.
[2] Kolbak was het eerste strafproces in de eenentwintigste eeuw dat in de media ‘het proces van de eeuw’ werd genoemd.
[3] ECLI:NL:CBB:2012:BV8515