Het jaar van de waarheid

Elke laatste dag van het jaar als de klok 00:00 is gepasseerd kus en omhels ik mijn vriendin en vragen we ons af wat het nieuwe jaar ons weer zal brengen. Dat was dit jaar niet anders dan voorgaande jaren: wanneer houden de beschuldigingen en tegenwerkingen vanuit overheidsinstanties nu eens op? Ondanks mijn vrijspraak in 2009 zijn het Openbaar Ministerie, de burgemeester van Amsterdam en ambtenaren mij in gerechtelijke procedures blijven beschuldigen van strafbare feiten waarvan ik onherroepelijk ben vrijgesproken. Alsof een vrijspraak in Nederland niets voorstelt. Met elf jaar later als klap op de vuurpijl, een nieuwe vervolging voor dezelfde verdenking als toen: het witwassen van enkele panden op de Wallen.

Chantage
Een officier van justitie van het Landelijk Parket had op 3 juli 2020 al met die vervolging gedreigd tijdens een indringend gesprek op het kantoor van mijn advocaat. Het was daarom beter om mee te werken met het OM, was de boodschap van het gesprek. Nadat mijn advocaat de officier een week later te verstaan gaf dat ik niet bereid was tot het afleggen van een valse verklaring in het hoger beroep van de strafzaak Vandros tegen Willem Holleeder, want dat hield het ‘meewerken’ in feite in, is de vervolging in gang gezet. Aan loze dreigementen doet het OM niet.

Speelhallen dicht, ondanks vrijspraak eigenaar
Met hulp van het OM slaagde de gemeente Amsterdam er in 2012 in om mijn speelhallen op de Wallen, ondanks mijn vrijspraak, op grond van de wet Bibob te sluiten. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven, onder voorzitterschap van de huidige Nationale ombudsman mr. Reinier van Zutphen, oordeelde op 12 maart 2012 dat toenmalig burgemeester Eberhard van der Laan nieuwe vergunningen voor de hallen terecht had geweigerd. De reden? De toen van goede naam en faam bekend staande oud-bankier en vastgoedondernemer Jan-Dirk Paarlberg had mij op 24 februari 2003 een hypotheek en een onderhandse lening verstrekt van totaal € 4 miljoen. De uitgeleende gelden bleken later van misdrijf afkomstig te zijn, namelijk van de afpersing van Willem Endstra. Dat concludeerde de rechtbank Amsterdam op 8 juni 2010 op basis van heel mager bewijs in de strafzaak tegen Paarlberg.

Overwegingen College van Beroep voor het bedrijfsleven
Hoewel de vastgoedman in beroep was gegaan tegen zijn veroordeling en iemands schuld pas definitief vaststaat na een onherroepelijke veroordeling, ‘mocht de burgemeester niettemin bij de beoordeling of Paarlberg strafbare feiten heeft gepleegd, zich baseren op de veroordeling door de rechtbank Amsterdam,’ zo stelde het College van Beroep in de uitspraak van 12 maart 2012. Het College ging er blijkbaar vanuit dat de veroordeling in eerste aanleg in stand zou worden gelaten door het hof.    

Dat het OM in 2006 beslag had gelegd op de vordering van Paarlberg, en mij op straffe van maximaal 4 jaar gevangenisstraf had verboden om nog langer betalingen aan Paarlberg te verrichten, was volgens het College ‘niet relevant’. Op het moment van beslaglegging op de vordering van Paarlberg in 2006 stond nog € 2.8 miljoen open. Omdat de leningen niet volledig waren afgelost, mocht de burgemeester een gevaar aanwezig achten ‘dat de witwasgelden zouden worden benut na verlening van de gevraagde exploitatievergunningen’.    

‘Rustig afwachten en uitroken’
Door de uitspraak van het College was ik gedwongen mijn speelhallen op de Wallen te sluiten en bij het UWV ontslag aan te vragen voor al mijn zestien personeelsleden. Het aflossen van de resterende miljoenenschuld aan het OM kon ik vergeten want de hallen waren gesloten. Daar kwamen geen inkomsten meer uit. De enige mogelijkheid om van mijn miljoenenschuld af te komen was de hallen en de panden te verkopen. Maar ook daar ging burgemeester Van der Laan voor liggen. Het sluiten van mijn hallen alleen vond hij kennelijk niet genoeg. Ik moest kapot.  

Rustig afwachten en uitroken,” schrijft een ambtenaar van de afdeling Openbare Orde & Veiligheid op 26 september 2013 aan twee collega’s van de Bibob-afdeling als Stadsgoed NV meldt mijn panden te kunnen kopen. De vertegenwoordiger van Stadsgoed noemt het in zijn mail ‘een buitenkansje om controle over deze “gevoelige” panden te krijgen.’

Stadsgoed NV
Een van de corresponderende ambtenaren concludeert: ‘Op basis van uitspraak CvB is financiering door Paarlberg een probleem. De evt. strafbare feiten van Kaatee mochten niet meegerekend worden in verband met vrijspraak strafrechtelijke procedure. Verkoop zou wellicht vanwege ontnemingstraject van justitie nog geen probleem hoeven te zijn maar vraag is wat het belang van gemeente/stadsgoed is om het aan te kopen en zeker voor deze prijs. Huidige gebruiksmogelijkheden zijn beperkt en rechtvaardigen deze koopprijs niet.’   

Dit blijkt uit interne correspondentie over mijn panden die de gemeente in 2022 op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) openbaar heeft gemaakt, waarin de namen ‘Paarlberg’ en ‘Kaatee’ zijn zwartgelakt. Ambtenaren hebben zo de aankoop van de “gevoelige panden” door Stadsgoed NV voorkomen.

Nieuwe exploitant
Toen nog onwetend van het ‘uitroken’ van de speelhallen en vertrouwend op een fatsoenlijke en rechtvaardige overheid, diende een nieuwe exploitant met ondernemerszin op 11 maart 2014  bij de gemeente Amsterdam vergunningaanvragen in om de speelhallen in de Molensteeg en aan de Oudezijds Achterburgwal weer te kunnen openen en te exploiteren. De huur zou rechtstreeks worden voldaan aan het OM, zo vermeldt de huurovereenkomst met optie tot koop. Op die manier zou mijn schuld stukje bij beetje kunnen worden afgelost, tot de heer La Lau, de nieuwe exploitant, de zaken kon kopen.

Wet Bibob
Na een antecedentenonderzoek verleende de Kansspelautoriteit de landelijke vergunningen aan La Lau, die van jongs af aan al automaten exploiteert en altijd een speelhal in Amsterdam heeft willen hebben. Zijn droom leek uit te komen. De gemeente stelde indachtig haar uitrookbeleid echter alles in het werk om vergunningverlening aan de nieuwe exploitant te voorkomen. Eerst met een slinkse poging de gokbestemming van de panden te verbieden middels Bestemmingsplan Postcodegebied 1012. Toen de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State dat plan om zeep bracht, ging de gemeente de vergunningaanvrager te lijf met de wet Bibob. Met steeds wisselende argumenten construeerden gemeenteambtenaren nieuwe bezwaren die vergunningverlening zogenaamd in de weg zouden staan. La Lau werd gaandeweg de aanvraagprocedure steeds dieper het juridisch moeras in getrokken dat de gemeente om de begeerde vergunningen had aangelegd om de verkoop van mijn speelhallen tegen te werken en uiteindelijk te voorkomen.

‘Buiten de orde’
In 2018 heeft het OM ook de Kansspelautoriteit bij het ‘uitroken’ betrokken waarbij methodes als intimidatie, dreigen en het schofferen en criminaliseren van de koper niet zijn geschuwd.

‘Het intimideren, bedreigen en schofferen van mensen is buiten de orde. Wie daarvoor kiest, verlaagt zichzelf en beschadigt onze gemeenschap’, zei de Koning onlangs in zijn kersttoespraak. Denk maar niet dat één van de bij het ‘uitroken’ betrokken ambtenaren zich aangesproken heeft gevoeld toen hij of zij de tekst van de Koning voorbij hoorde komen, of hiervan wakker heeft gelegen.  

12 jaar gesloten
Mijn hallen zijn bijna 12 jaar dicht als gevolg van het uitrookbeleid van de gemeente. In maart 2024 is het 10 jaar geleden dat de heer La Lau bij de gemeente Amsterdam zijn vergunningaanvragen indiende om de speelhallen zelf te kunnen exploiteren. Wie had kunnen denken dat de overheid in staat zou zijn om een vergunningaanvraag 10 jaar lang te traineren en met juridische trucs te frustreren. Maar opgeven is er niet bij. Niet als je gewoon in je recht staat als ondernemer.
Zou de verkoop dit jaar dan toch plaatsvinden? Dan kan er weer gespeeld worden in de hallen, en kan ik mijn schuld aan de Staat, die al zo lang op mijn schouders rust, eindelijk aflossen! Dan is Amsterdam een nieuwe casinobaas rijker, iemand die zijn sporen in de branche ruimschoots heeft verdiend als zelfstandig exploitant en later als interim-directeur bij een bekend Amsterdams speelautomatenbedrijf.

De rechtbank en de Raad van State hebben reeds in het voordeel van La Lau beslist in zijn beroepsprocedures tegen respectievelijk burgemeester Halsema en de Amsterdamse gemeenteraad. Hij heeft het gelijk aan zijn kant.  

Gerechtelijke uitspraken in 2024
Alles lijkt dit jaar samen te komen. In 2024 gaan drie strafrechters van de rechtbank Amsterdam zich opnieuw uitspreken over de schuldvraag: is Heinekenlosgeld geïnvesteerd in mijn panden? Die vraag is in 2009 al door hogere rechters beantwoord. Nee natuurlijk. Dat dit niet het geval is had de FIOD al in 1997 onderzocht en geconcludeerd in het strafrechtelijk onderzoek Citypeak.    
Eveneens dit jaar zullen drie bestuursrechters van de rechtbank Midden-Nederland oordelen over het op 17 februari 2020 door de Kansspelautoriteit genomen besluit om – na een ‘tip’ van het OM in 2018 – de in 2014 aan La Lau verleende exploitatievergunningen in te trekken. In dezelfde procedure wordt ook mijn beroep behandeld tegen de gelijktijdige intrekking van toen nog lopende landelijke vergunningen aan mijn speelhallen. Aan een andere vennootschap van mij had de Kansspelautoriteit een nieuwe vergunning geweigerd voor het exploiteren van kansspelautomaten in de horeca. Door dit besluit moest ik die exploitatie in 2020 staken.

Uitspraken in alle zaken tegen de Kansspelautoriteit vinden naar verwachting in de tweede helft van 2024 plaats.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zal dit jaar vast en zeker ook het hoger beroep van burgemeester Halsema behandelen tegen de uitspraak van de rechtbank die haar besluit om de vergunningaanvragen van de heer La Lau buiten behandeling te stellen op 19 december 2022 had vernietigd. Kortom het wordt weer een spannend jaar.   

Wet open overheid
De eerste rechtszaak die voor mij dit jaar op de rol staat is mijn beroep tegen een besluit van de minister van Justitie en Veiligheid. De minister weigert het merendeel van de correspondentie van het OM over mij en over mijn speelhallen en panden op de Wallen sinds mijn vrijspraak, openbaar te maken op grond van de Wet open overheid (Woo).  

De zaak draait kort gezegd om 427 van de 500 documenten die niet openbaar zijn gemaakt in een eerdere Wob-procedure. Daaronder moet zich ook interne correspondentie bevinden over de chantage van de officier van justitie op 3 juli 2020. Wie binnen het OM is op het idee gekomen om mij te dreigen met een nieuwe vervolging tenzij een door het OM gewenste verklaring wordt afgelegd in de strafzaak tegen Holleeder? Wat is door de officier en andere personen die werkzaam zijn bij het OM over dit plan gecommuniceerd? Waarom is de officier die met vervolging had gedreigd en later ook de zaaksofficier werd van die strafzaak, een jaar later ineens vervangen door een andere officier? Was dat omdat het OM kort voor de plotselinge officierswissel de beëdigde verklaring onder ogen kreeg die ik bij een notaris over de chantage heb afgelegd?

Deze manier van werken van het OM, het chanteren van getuigen ten einde een gewenste verklaring te verkrijgen, moet met een beroep op de Woo in de openbaarheid komen.

Rechtbank Amsterdam
De inhoudelijke behandeling van de Woo-zaak vindt woensdag 17 januari a.s. om 13.30 uur plaats bij de rechtbank Amsterdam. De rechter die de zaak in het openbaar behandelt is mw. mr. M. Greebe. Uiteraard volgt ook van die zaak weer een verslag op mijn website.   

Some people give up, some others don’t!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.