“Verhoor Gerard”

Het moet een vreemde gewaarwording zijn geweest voor de dienstdoende agenten toen Sonja Holleeder maandagmiddag 27 november 2023 ineens op de stoep stond met een USB-stick, merk Netac, met daarop een audio-opname van een verhoor van haar broertje Gerard door twee rechercheurs. Behalve de USB-stick overhandigde Sonja tevens een schriftelijke uitwerking van de geluidsopname met als titel ”Verhoor Gerard”.

Uitspraken die haaks staan op eerdere uitlatingen
Volgens het proces-verbaal dat naderhand van de bezorging van de USB-stick is opgemaakt, gaf Sonja het boek “Het Heineken-losgeld” van Harry Lensink en Wim van de Pol op als reden voor haar actieve rol in mijn strafzaak. In het boek had ze uitspraken van haar broertje Gerard gelezen die ‘haaks staan op eerder door Gerard gedane uitlatingen. Omdat er een onderzoek is, waarin ook Gerard voorkomt, overhandig ik deze opname. Ook overhandig ik een uitwerking van deze opname.’ Aldus Sonja.     

Hoe komt Sonja aan de opname?
De eerste vraag die in mij opkwam toen ik het proces-verbaal las was: hoe komt Sonja in vredesnaam aan een opname van een politieverhoor van haar broer Gerard? Heeft ze die opname van een van de verbalisanten gekregen die Gerard hebben verhoord? Of was Sonja er zelf bij en heeft ze stiekem een opname gemaakt van dat verhoor, zonder dat de verbalisanten dat wisten? Of met medeweten van de verbalisanten. Of zat Sonja buiten in een auto met opnameapparatuur en een richtmicrofoon mee te luisteren? Of is het allemaal het werk van Astrid Holleeder en is Sonja slechts door haar zus op pad gestuurd om die opname en de schriftelijke uitwerking ervan langs te brengen bij de politie? Het zou niet de eerste keer zijn Astrid een gesprek met een van haar broers stiekem heeft opgenomen. Een werkwijze die sterke gelijkenis vertoont met die van Peter R. de Vries, de grote steun en toeverlaat van de zussen Holleeder toen hij nog leefde.

Vragen, vragen en nog eens vragen
Wat was er zo interessant aan het verhoor van Gerard om dat op te willen nemen? Daar wordt immers een proces-verbaal van opgemaakt. Wist Sonja of Astrid al wat hij zou gaan verklaren? Is dat vooraf met hen besproken en afgesproken? Of niet, en waren de zussen daar juist benieuwd naar? Wat wist Gerard van die opname? Heeft hij daar naderhand een kopie van gekregen? Zoveel vragen borrelden op toen ik via mijn advocaat van de opname op de hoogte werd gesteld.    

T051 en T055
Aan de hand van de transcriptie kon ik betrekkelijk snel nagaan om welk verhoor van Gerard het ging. Zoveel verklaringen heeft de jongere broer van Willem Holleeder niet afgelegd. Het bleek een verklaring te zijn die Gerard in juli 2015 ten overstaan van twee opsporingsambtenaren T051 en T055 heeft afgelegd in Vandros. Als je het proces-verbaal van dat verhoor naast de transcriptie van Sonja legt, zie je aan de inhoud van het gesprek dat het om dát verhoor gaat waarvan de zussen Holleeder kennelijk een geluidsopname hebben die ze schriftelijk hebben uitgewerkt.                    

Nieuwe transcriptie
De officier van justitie gaf het opsporingsteam opdracht onderzoek te doen naar de geluidsopname en hiervan een eigen transcriptie te maken. Die is uitgebreider dan de tekst die Sonja samen met de USB-stick heeft ingeleverd. Ik citeer uit de transcriptie van het OM:

V: Wat doe je overigens voor werk Gerard?
G: Nu zit ik eh gewoon, heb ik een uitkering en daarom… Ik moet aan het werk, ik wil ook aan het werk. Ik word er gek van.

V: Wat heb je altijd gedaan dan?
G: In het amusementscentrum.

V: Ohh.
G: Maar ja, dan wil je toch weer aan het werk.

V: Ja.
G: En dat, eeuh, ja dat is niet makkelijk met zo’n naam.

V: Nee, nee, en op onze leeftijd ook niet echt eh.
G: Nou, dan heb ik een dubbel probleem.

V: Ja.
G: En ja, dan zal ik dat ook nog effe voor me verknallen, weet je.

V: Maar moet ik dat dan zo zien, want ik begrijp dat jij wel in dat amusementscentrum, eentje die aan hem (broer Willem) toegeschreven wordt, gewerkt heb.
G: Nou toegeschreven, dat is, ja, dat willen ze, maar in mijn ogen is dat nooit van hem geweest. Het is gewoon… Ik heb gewoon altijd met Marcel gewerkt en ik heb niet met hem direct gewerkt daar.

V: Ok.
G: Dus. Maar ieder geval, ja.

V: Omdat dat verhaal in de wereld is van…
G: Ja, tuurlijk.

V: Marcel is ook vervolgd voor het wegsluizen van geld eh, van je broer.
G: Nou wegsluizen, dat heb toch te maken met die, hoe heet dat..

V: Wegsluizen of witwassen. Ik weet het niet precies.
G: Met die lening van Paarlberg ofzo. Daar heb het mee te maken. Maar ja, dat is niet eens, dat is niet eens helemaal… Met hemzelf heb dat niks te maken. Hij heeft wel een lening, maar hij heb het bedrijf overgenomen maar hij had een lening van die, hoe heet het, die Endstra, en die Endstra heeft het overgedragen aan Paarlberg, en zo is het gegaan, maar voor de rest. Die Marcel is voor de rest een hele goeie kerel en euh, want die hallen waren zo netjes. Er is totaal geen criminaliteit. Het was vroeger een buurt van junkies en dealers. Nou, een dealer kwam er bij ons niet in, terwijl in die andere hallen zie je ze gewoon naar binnen gaan, en wij hadden echt zoiets van beleid van geen dealers, want wij willen niet dat ze denken dat hier gehandeld wordt en dat het straks dichtgegooid wordt omdat er een dealer komt, weet je. We waren eigenlijk gewoon een keurig netjes bedrijf.   

V: Oké. Heb je nog contact met die Marcel?
G: Nou niet echt. Ja, als er een verjaardag is dan krijg ik wel een berichtje. En ik stuur hem een berichtje. Maar eh, wel eens een keertje gezien met stappen dat eh… Ik spreek nog wel eens met die oude jongens af, en daar is ie er wel eens een keertje bij.  

V: Ja, oke.

‘Hekel aan mijn broer’
Even verderop in zijn verklaring wijst Gerard de verbalisanten erop dat hij nooit een goede band heeft gehad met Willem en dat de politie dat onderhand wel zou moeten weten na jarenlang onderzoek naar de handel en wandel van zijn broer.   

G: Ik neem aan dat er toch altijd wel een beetje gerechercheerd is en zo, dan moeten ze toch wel zien dat ik toch wel een beetje een hekel aan mijn broer heb op de één of andere manier. Dat dat toch duidelijk is geweest.

V: Nee, wat er speelt is dat eh… Wat ik er van weet, dat jij werkte in die tent met Marcel Kaatee.
G: Ja.

V: En dat Marcel eh… ja, geldstromen heeft die hij eigenlijk niet kan verantwoorden en dat dat bij Endstra en Paarlberg vandaan komt en van Paarlberg, Endstra, weten we gewoon dat daar de miljoenen van je broer gezeten hebben.
G: Ja, maar ja, dat is niet de belevenis die… die wij zo hebben beleefd.

Gerechtshof
Wat de verbalisanten stellen is ook niet de belevenis geweest van de rechters en raadsheren die na jarenlang onderzoek naar de vraag of de Wallenpanden van afpersing of enig ander misdrijf afkomstig zijn, hierover hun oordeel hebben uitgesproken. Op 3 juli 2009 overwoog het hof ten aanzien van het aan Willem Holleeder ten laste gelegde witwassen van de Wallenpanden:

‘Voor zover de advocaten-generaal aan hun vordering ten grondslag hebben gelegd dat de Wallenpanden afkomstig waren uit afpersing, stelt het hof vast dat daarvoor onvoldoende bewijs voorhanden is. Die afpersing is ook niet aan de verdachte tenlastegelegd. Wat betreft de stelling van de advocaten-generaal dat die panden afkomstig waren uit enig ander misdrijf dan afpersing, geldt eveneens dat dit niet kan worden bewezen. De advocaten-generaal hebben geen bewijsmiddelen genoemd die erop duiden dat Endstra in 1996 de Wallenpanden met crimineel vermogen heeft gekocht. Het hof heeft zodanig bewijs in het Kolbakdossier niet aangetroffen en kan ook overigens niet vaststellen dat de Wallenpanden uit enig misdrijf afkomstig waren. De verdachte moet daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.’

Je kunt hier toch moeilijk iets anders uit concluderen dan dat ‘de Wallenpanden’, waarmee in het Kolbak-proces werd gedoeld op zowel de gokhallen als de panden op de Wallen die Endstra in 1996 van Grifhorst heeft gekocht, niet van enig misdrijf afkomstig zijn.

Paarlberg
De Hoge Raad heeft de vrijspraak voor dit onderdeel van de tenlastelegging en de motivering ervan naderhand bekrachtigd. Politie en justitie legden zich daar niet bij neer. Langs bestuursrechtelijke weg (lees: via de wet Bibob) hebben ze het daarna, in samenwerking met ambtenaren en bestuurders van de gemeente Amsterdam, tóch voor elkaar gekregen dat mijn speelhallen in 2012 dicht moesten. Hoe dat proces is gelopen, daar valt tot op de dag van vandaag wel het een en ander op af te dingen. Want was dat geld dat Paarlberg op 24 februari 2003 heeft aangewend voor de herfinanciering van de leningen die ik in 2002 bij Endstra had afgesloten, wel écht van misdaad afkomstig? Het bewijs voor deze stelling was wel héél erg mager. Ik denk nog steeds dat de gerechtelijke instanties die dat toen vonden, er faliekant naast zaten en mijn speelhallen ten onrechte zijn gesloten.  

 Terug naar het politieverhoor van Gerard uit 2015:

V: Andere belevenis ja?
G: Nee, want bijvoorbeeld die hallen waren echt eh… Het was echt een nette zaak. Sterker nog, het was een nettere zaak dan al die (niet te verstaan). Want wij zorgden ervoor… Wij hadden Kema en Kema zorgde ervoor dat je zeg maar een boekwerk hebt, dat je precies laat zien hoe de geldstromen gaan en alles was precies. Het werd precies geregistreerd. Nou, we hadden zelfs camera’s, daar konden gewoon mensen op inloggen. Dan denk ik, nou ja weet je, maakt niet uit, ze mogen zien wat er gebeurt. Dus er was niks schimmigs aan weet je. En ja, die overname dat is gewoon eh ja, dat is van Endstra, die is naar Paarlberg gegaan, maar ja daar kon die Marcel zelf niets aan doen, want daar was voor de rest geen financier die dat wilde omdat het gokhallen zijn weet je. Dat wilde de bank ook niet. Hij is volgens mij ook naar de bank geweest om dat te financieren. Dus ja, in mijn ogen was daar ook helemaal niks mis mee. Sterker nog, ik had nooit verwacht dat we dicht zouden gaan. Want Paarlberg was toen nog gewoon een echte nette man. Een eh… hoe heet het bij dat grote gebouw had hij alles. Dat verwacht je toch ook niet van dat hij op de een of andere manier bij hem weer… Maar ja zo ver kwam ie. Er ging ook gewoon een aflossing naar eh… weet je. Keurig netjes een aflossing, heb ik ook gezien, elke drie maanden geloof ik. Een aflossing. Daar was niets mis mee. Het enige, wij deden de hallen schoon houden en zorgden dat alles netjes…. De camera’s draaiden. Iedereen kon alles kijken. Kijk maar gewoon, maakt mij niet uit. Alles was keurig netjes. Ja, dan ga je toch dicht. Nooit verwacht.’      

Dat verklaart Gerard over mijn speelhallen waar hij 20 jaar heeft gewerkt en overal bovenop heeft gezeten. Waarom ontbreekt een groot deel van zijn verklaring over mijn speelhallen in het proces-verbaal van verhoor van juli 2015?   

Open en transparant
De verbalisanten hadden de verklaring van Gerard over de hallen als volgt samengevat in hun proces-verbaal: ‘De gang van zaken binnen de speelhallen waar ik werkte was open en transparant geregeld, er werd netjes afgelost en er waren nooit problemen. Dat was totdat Paarlberg en Endstra financieel gezien bemoeienis met de zaak kregen. Ik had nooit verwacht dat de zaak gesloten zou worden op last van de gemeente Amsterdam.’  

Dat is wel heel kort door de bocht en ook niet wat de getuige letterlijk heeft verklaard. Het is het zoveelste voorbeeld van een gekunsteld proces-verbaal van verhoor waarin een getuigenverklaring onvolledig en gekleurd wordt weergegeven. De kennelijk onwelgevallige doch zeer relevante uitspraak van Gerard dat de gokhallen waar hij werkte nooit van zijn broer zijn geweest, is buiten het proces-verbaal gehouden.       

‘Rustig afwachten en uitroken’
Waarom is politie en justitie er alles aan gelegen om de verkoop van mijn speelhallen op de Wallen, keurige nette bedrijven, tegen te werken en te voorkomen? Geen middel wordt geschuwd om ervoor te zorgen dat de hallen nooit meer open gaan, tot het manipuleren en chanteren van getuigen aan toe. Kosten noch moeite worden gespaard, en dat jarenlang, om het vergunningentraject van de koper te frustreren. ‘Rustig afwachten en uitroken’, schreef een ambtenaar van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Amsterdam op 26 september 2013 over mijn speelhallen aan collega’s. Waarom toch?

De vierde man
Volgende week vrijdag ga ik in op de onbekende vierde man die in juli 2015 bij het verhoor van Gerard Holleeder door twee rechercheurs heeft gezeten. Iemand wiens naam niet in het oorspronkelijke proces-verbaal is genoemd. Het enkele feit dat een vierde persoon bij het verhoor aanwezig was, iemand die soms een opmerking maakt, wordt zelfs helemaal niet vermeld in het proces-verbaal. Dat er iemand bij was weten we nu dankzij de audio-opname die Sonja maandag 27 november 2023, waarschijnlijk met hele andere bedoelingen, aan de politie heeft verstrekt.    

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.