ABN-AMRO Bank zou betrokken zijn geweest bij een uitzonderlijk hoog bod op de speelhallen Molensteeg en Buddy Buddy op de Amsterdamse Wallen. Althans, dat beweerde vastgoedhandelaar Willem Endstra in 2003 tijdens de roemruchte achterbankgesprekken.

Endstra, destijds mede-eigenaar van de speelhallen, vertelde aan de rechercheurs van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE): ‘Mannen uit Den Haag van de ABN AMRO die in de gokkasten zitten die hadden een bod gedaan van een miljoen of acht hoger’.

Recherche verricht geen onderzoek naar bieding
Als directeur en mede-eigenaar van de speelautomatenhallen op de Wallen was mij niets bekend van zo’n bod of contacten van Endstra met derden over een verkoop. Het verhaal van de bieding ‘van een miljoen of acht hoger’ leek de Nationale Recherche ook onzin want er is geen nader onderzoek verricht naar die uitlating van Endstra. Er was bij de doorzoeking van het kantoor van Endstra na diens liquidatie geen bieding gevonden tussen de daar aangetroffen administratie en digitaal opgeslagen informatie. Ook geen correspondentie met ‘mannen van de ABN-AMRO’ over interesse in de speelhallen. Helemaal niets wat daarop leek.

Het is een feit van algemene bekendheid dat reguliere banken sowieso niet investeren op de Wallen vanwege de slechte naam die het gebied heeft. Banken waarmee Endstra zaken deed, waaronder ABN-AMRO, mochten juist niets weten van zijn zakelijke activiteiten op de Wallen. Zelfs zijn eigen broer Haico en zus Beatrix waren hier niet van op de hoogte, zo verklaarden zij later bij de recherche. Terwijl zij nota bene medeaandeelhouder waren van de speelhallen en panden op de Wallen.

’16 miljoen euro’
In de Bibob-procedure die de gemeente Amsterdam in januari tegen mij is gestart wordt onder meer gesteld dat ik de speelhallen voor een veel te laag bedrag van Endstra zou hebben gekocht. Als onderbouwing van deze stelling verwijst burgemeester Cohen in zijn voornemen om nieuwe vergunningen te weigeren naar een passage in een boek getiteld ‘De oorlog in de Amsterdamse Onderwereld’.

De schrijvers van het boek, twee misdaadverslaggevers van Het Parool, beweren in die aangehaalde passage dat mannen van de ABN-AMRO ’16 miljoen euro’ voor de speelhallen Molensteeg en Buddy Buddy hadden geboden. De journalisten baseren deze als feit gepresenteerde stelling kennelijk op de hiervoor geciteerde uitspraak van Endstra op de achterbank dat ‘mannen uit Den Haag van de ABN AMRO die in de gokkasten zitten,’ een miljoen of acht hoger hadden geboden dan waarvoor de hallen aan mij zouden zijn verkocht. ’16 miljoen euro’ hebben de journalisten er vervolgens zelf van gemaakt.

Het zijn dezelfde Parool-journalisten die de processen-verbaal van de gesprekken die Endstra in 2003 had met CIE-rechercheurs van een ‘bron’ aangereikt hebben gekregen en dit in boekvorm uitbrachten als ‘De Endstra-tapes’.

Opheldering
Op 1 maart 2008 heb ik de bank in een aangetekend schrijven om opheldering gevraagd over de beweerde bieding. Afgelopen week stuurde ABN-AMRO eindelijk een reactie. De bank liet weten in de periode van 1999 tot 2006 te hebben geïnvesteerd in de speelautomatenbranche maar nooit een bod te hebben gedaan op de genoemde speelhallen op de Wallen. Ook verklaarde de bank dat zij geen contact hebben gehad met Endstra noch met andere personen over een bieding. Endstra sprak op de achterbank dus niet de waarheid, wat geen verbazing wekt.