Het corrupte netwerk van het Openbaar Ministerie (5)

Het intrekken van het ondeugdelijke voornemen van burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) door de toenmalige locoburgemeester Simone Kukenheim (D66) eind 2020 zoals beschreven in Het corrupte netwerk van het Openbaar Ministerie (4), had een einde kunnen maken aan het ‘rustig afwachten en uitroken’ van mijn speelhallen op de Wallen. Maar niets daarvan. De gemeente manoeuvreerde zich dieper in het zelf gecreëerde juridische moeras. De nieuwe ‘oplossing’ die ambtenaren van Openbare Orde en Veiligheid (OOV), Directie Juridische Zaken (DJZ) en de Amsterdamse Aanpak Ondermijning (AAO) hadden bedacht om het ‘uitroken’ voort te zetten, was om de vergunningaanvragen van de koper buiten behandeling te stellen. Dat kon volgens hen op grond van de gemeentelijke speelhallenverordening. In deel 5 van deze serie reconstrueer ik aan de hand van via de Wob/Woo verkregen informatie hoe burgemeester Halsema uiteindelijk haar handtekening zet onder dat besluit, en hoe het OM van het uitrookproces op de hoogte wordt gehouden.  

‘Een actueel bewijsdocument’
De besluitvorming past binnen de strategie van ‘rustig afwachten en uitroken’ zoals een ambtenaar van OOV het beleid ten aanzien van mijn speelhallen en panden op 26 september 2013 in een interne e-mail aan collega’s heeft verwoord. De intentie en het doel van het beleid is volkomen duidelijk en verklaart de opeenvolgende beslissingen van de gemeente die de inhoudelijke behandeling van de vergunningaanvragen procesmatig hebben vertraagd of zelfs hebben verhinderd.    

Doordat het OM in oktober 2020 beslag had gelegd op mijn panden, gingen burgemeester Halsema en haar ambtenaren ervan uit dat het uitrookproces – buiten de Wet Bibob om – eindelijk met succes kon worden afgerond.

Locoburgemeester Kukenheim vroeg de koper in haar brief van 21 december 2020 om ‘een actueel bewijsdocument’ waaruit blijkt dat hij – ondanks het beslag – tóch over de bedrijfsruimtes Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30 H kon beschikken, zoals vereist in artikel 6 onder c van de Verordening Speelautomatenhallen. De ambtenaren die de brief hadden voorbereid gingen er op voorhand vanuit dat dit voor de koper onmogelijk zou zijn.

De huurovereenkomst
Het bleek een verkeerde inschatting. In maart 2014 had ik met de koper een huurovereenkomst gesloten voor genoemde bedrijfsruimtes. Die overeenkomst is tussentijds nooit beëindigd en is nog steeds actueel en rechtsgeldig. Bij zijn vergunningaanvragen heeft de koper dat huurcontract overgelegd. Het contract is al sinds maart 2014 in het bezit van de gemeente. De verplichting tot het betalen van huur gaat in zodra vergunningverlening plaatsvindt. Daarmee voldoet de huurovereenkomst aan het verzoek van de locoburgemeester om ‘een actueel bewijsdocument’.  

‘Leveren van beslagen onroerend goed in bepaalde gevallen wel mogelijk’
Overigens is het in 2018 gesloten koopcontract mogelijk ook ‘een actueel bewijsdocument’. Daarin is – voorafgaand aan het beslag – het recht van de koper op de levering van de panden vastgelegd. Een strafrechtelijk beslag hoeft de levering van beslagen panden namelijk niet in de weg te staan. De juristen van de gemeente waren hiervan op de hoogte bij het voorbereiden van het besluit om de vergunningaanvragen van de koper buiten behandeling te stellen.   

Op 7 april 2021 wijst Team Veiligheid/Aanpak Ondermijning de afdeling Bestuur & Organisatie op een wetswijziging in 2016 die het leveren van beslagen onroerend goed in bepaalde gevallen mogelijk maakt. Op 13 april 2021 stuurt het Juridisch Bureau aan vijf bij de casus betrokken ambtenaren een handreiking over het indienen van een klaagschrift tegen een beslag op grond van artikel 94/94a Sv.

Politiekgevoelig dossier
Toch wordt besloten om de vergunningaanvragen van Nedcoin 1 BV en Nedcoin 2 BV buiten behandeling te stellen. Dezelfde dag wordt een conceptbrief met het besluit afgerond.

Dinsdag 13 april 2021 om 17.29 uur schrijft Team Veiligheid aan een onbekende persoon (de naam is zwartgelakt), wiens akkoord nodig wordt geacht – vermoedelijk Pierre van Rossum, de directeur van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid (OOV):

‘Gelet op de politiekgevoeligheid tekent de BM in dit dossier en wordt ook afgestemd met DJZ. Voor bijgevoegde stukken heb ik een akkoord van DJZ. Vandaag heb ik een nieuw besluit met oplegger doorgestuurd aan AAO, ik kreeg reactie dat het wenselijk is dat jij ook een akkoord kan geven. Waarom zal ik nog navragen, helaas krijg ik niemand meer te pakken. De brief moet uiterlijk maandag met handtekening van de BM verstuurd worden, dus we zitten krap in de tijd. Kun jij akkoord gaan met het voorleggen van de oplegger en brief aan de BM?’ 

BM = Burgemeester
DJZ = Directie Juridische Zaken
AAO = Amsterdamse Aanpak Ondermijning       

Om 17.36 uur reageert (vermoedelijk) Pierre van Rossum: ‘Ik ben akkoord.’

Openbaar Ministerie
Voordat de brief door de burgemeester wordt ondertekend en wordt verzonden, vindt afstemming plaats met het OM. Correspondentie met het OM is grotendeels zwartgelakt beschikbaar op grond van de Wet open overheid (Woo). Niet vanuit de gemeente, die haar mails met het OM niet openbaar maakte, maar wel via het OM.

Op 25 november 2020 is een mail van de gemeente aan het OM over de vergunningenzaak geforward naar medewerkers van het Functioneel Parket Zwolle (FP Zwolle), het Functioneel Parket Leeuwarden (FP Leeuwarden), het Functioneel Parket Rotterdam (FP Rotterdam), LBA Beheerders (Landelijke Beslag Autoriteit) en naar diverse politiefunctionarissen, waarbij expliciet wordt verzocht signalen over de ontwikkeling door te geven zodat intern “tijdig de strategie kan worden afgestemd”.

In verband met de gemeentelijke besluitvorming (lees: de buiten behandelingstelling van de vergunningaanvragen van de koper i.v.m. het justitiële beslag op mijn panden) vraagt een gemeenteambtenaar op 31 maart 2021 aan het Landelijk Parket in Amsterdam om ‘informatie om bij de besluitvorming te betrekken.’ Om welke specifieke informatie is verzocht, is door het OM volledig zwart gelakt in het Woo-document.

Op 2 april 2021 heeft het Functioneel Parket Zwolle een antwoord in concept voorbereid op het verzoek van de gemeente ‘om informatie om bij de besluitvorming te betrekken.’ Vierenveertig minuten later wordt de conceptmail die voor de gemeente is opgesteld nogmaals gestuurd naar drie OM-collega’s en vijf politiefunctionarissen: ‘Lees je onze opzet nog eenmaal mee en verbeter je waar nodig, richting (zwart gelakt) en (zwart gelakt).’

Er volgt een reactie maar die is geheel onleesbaar gemaakt.

‘De burgemeester heeft de beslissing ondertekend’
Op 14 april 2021 belt een gemeenteambtenaar naar het Landelijk Parket Amsterdam. De burgemeester heeft de beslissing dat de aanvraag van de koper van mijn speelhallen buiten behandeling wordt gesteld ondertekend. De brief wordt de volgende dag verzonden.

Het grote nieuws wordt intern met 22 collega’s gedeeld. Blijkens de e-mailadressen zijn het allemaal medewerkers van het OM en de politie. In het bericht van het Landelijk Parket Amsterdam worden de collega’s erop gewezen op de kans dat de koper bezwaar maakt en een nieuwe aanvraag indient.

Uitspraak rechtbank
Op 19 december 2022 deed de rechtbank Amsterdam uitspraak in de bezwaarprocedure van de koper. De rechtbank corrigeerde de burgemeester en indirect de bij de besluitvorming betrokken officieren van justitie en andere medewerkers van het OM, en alle gemeenteambtenaren die jarenlang aan het ‘uitroken’ van mijn speelhallen hebben meegewerkt.

Het besluit van de burgemeester om de vergunningaanvragen van de koper vanwege het beslag buiten behandeling te stellen, ging de prullenbak in. De rechtbank oordeelde dat de koper wel degelijk over de locaties Molensteeg 1 en Oudezijds Achterburgwal 30-H kan beschikken, namelijk door middel van een rechtsgeldige huurovereenkomst waarmee de gemeente al sinds maart 2014 bekend is.  

Hoger beroep
Burgemeester Halsema is niet voor één gat te vangen en ging – vast en zeker op advies van haar ambtenaren – in hoger beroep tegen de rechterlijke vernietiging van haar besluit. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het kennelijk druk, want het is al bijna 2026 en nog steeds is geen datum bekend wanneer de behandeling van het hoger beroep zal plaatsvinden. Zodoende duurt het in 2013 ingezette beleid van ‘rustig afwachten en uitroken’ en de onzekerheid voor koper en verkoper nog altijd voort.   

Deze blog is onderdeel van een vervolgserie. Lees ook:
Het corrupte netwerk van het Openbaar Ministerie (1)
Het corrupte netwerk van het Openbaar Ministerie (2)
Het corrupte netwerk van het Openbaar Ministerie (3)
Het corrupte netwerk van het Openbaar Ministerie (4)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.