Geen witwassen in branche amusementscenters

Willem Endstra beweerde tijdens een van de achterbankgesprekken dat speelautomatenhallen vaak in handen zijn van boeven omdat zulke bedrijven gebruikt kunnen worden om geld wit te wassen. “Dat komt omdat er natuurlijk zoveel eh. zwart geld in dat gokken omgaat. En die eh. Ze gooien er zelf zoveel geld in en ze kunnen zo hun geld witten ook natuurlijk, hun zwarte geld. Begrijp je wat ik bedoel? Mensen, als het van jezelf is… Die dingen (speelhallen) zijn natuurlijk toch vaak in handen van boeven,” stelde Endstra. Veel politici en journalisten hebben hetzelfde beeld over speelautomatenhallen, terwijl witwassen in de praktijk niet of nauwelijks voorkomt in deze branche.

HIT Rapport
Begin jaren negentig deden hooggeplaatste politiechefs, waaronder de Amsterdamse commissaris Joop van Riessen, ongenuanceerde uitspraken in de media die de speelautomatenbranche in een kwaad daglicht stelden. Volgens het Amsterdamse Horeca Interventie Team zouden de speelhallen Molensteeg en Buddy Buddy samen liefst 400 speelautomaten exploiteren. Ook in Casa Rosso en de Bananenbar zouden speelautomaten staan, zo stelde het geheime rapport van het HIT-team. Die automaten zouden allemaal worden gebruikt om crimineel geld wit te wassen, was de suggestie.

Allemaal uit de duim gezogen. In Casa Rosso en in de Bananenbar heeft nooit één speelautomaat gestaan. De speelhallen Molensteeg en Buddy Buddy exploiteren samen slechts 59 kansspelautomaten. Buddy Buddy is met een vergunning voor 19 automaten zelfs een van de kleinste amusementscenters in heel Nederland!

Joop van Riessen
Van Riessen was destijds als Hoofd Justitiële Bedrijfsvoering verantwoordelijk voor de bestrijding van criminele invloeden in de Amsterdamse speelautomatenbranche. Naar aanleiding van het gelekte HIT-rapport, publiceerde de Volkskrant op 10 december 1994 een groot artikel met als kop: ‘‘Hit-team’ meldt witten miljoenen via gokautomaten‘.

Een link tussen speelautomaten en witwassen werd door de Volkskrant-journalisten als algemeen bekend fenomeen beschouwd. In hun boek ‘Witwassen in de praktijk’ uit 1995 namen de Belgische journalisten Ludwig Verduyn en Jean Vanempten dat klakkeloos over. De Belgen beweerden dat de Nederlandse overheid eind 1994 een perfect schema had blootgelegd hoe opbrengsten door exploitanten van gokautomaten in Amsterdam werden witgewassen.

De ongefundeerde speculaties van Van Riessen klonken in 1996 ook door in de bevindingen van de commissie Van Traa over de invloed van georganiseerde misdaad in Amsterdam en in het bijzonder op de Wallen. De criminologen Bovenkerk en Fijnaut gingen er vanuit dat de beweringen van Van Riessen en andere politieambtenaren op waarheid berustten en hebben daar hun conclusies op gebaseerd in het Van Traa-rapport.

Witwassen in de branche amusementscenters?
De veronderstelling dat speelautomatenhallen worden gebruikt om uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten, is in 1997 in opdracht van het Ministerie van Justitie nader onderzocht. Aanleiding voor het onderzoek waren de hiervoor gememoreerde uitspraken van hoog geplaatste politiechefs dat met speelautomaten miljoenen zouden worden witgewassen. In het van Traa-rapport werd alleen gesproken over de exploitatie van speelautomaten in de horeca maar niet in speelhallen. Vandaar een nieuw onderzoek naar speelhallen die toen ‘amusementscenters’ werden genoemd.

Frank Bovenkerk
De meest in het oog springende conclusie van het onderzoek van de criminoloog professor Frank Bovenkerk, was de afwezigheid van witwassen in de branche van de amusementscenters. De reden lag voor de hand: als illegale inkomsten via gokautomaten zouden worden witgewassen, moet daar wel erg veel belasting over worden betaald. Daar bestonden volgens de onderzoekers veel goedkopere alternatieven voor.

Van de 3000 onderzochte speelhalexploitaties werd slechts één geval van een vermoeden van witwassen gevonden. Dit vonden de onderzoekers ‘verwaarloosbaar’. Tijdens het onderzoek is tevens vastgesteld dat de vooraf veronderstelde criminogene factoren in de speelautomatenbranche niet overeenstemden met de werkelijkheid. Bovendien werden exploitanten van speelautomaten in 1996 door de belastingdienst verplicht de tellerstanden te registreren en bij te houden.

Het rapport van Bovenkerk concludeerde dat het onderzoeksteam geen steun heeft kunnen vinden voor de veronderstelling dat amusementscenters gebruikt zouden worden om illegale verdiensten wit te wassen, noch bij de branche, noch bij de belastingdienst, noch bij informanten in het criminele milieu.

KEMA
Nadat deze conclusie begin januari 1998 werd gepresenteerd, is de speelautomatenbranche verder geprofessionaliseerd. De meeste bedrijven beschikken inmiddels over het KEMA certificaat, hetgeen betekent dat bij deze bedrijven sprake is van een transparante bedrijfsvoering en controleerbare geldstromen. Tegenwoordig zijn de speelautomaten in de meeste centers via een niet manipuleerbare tellers aangesloten op gecomputeriseerde managementsystemen en registreren bewakingscamera’s de automaten 24-uur per dag.

De speelautomatenbranche en de overheid
In de loop der jaren is de speelautomatensector een bonafide en professionele bedrijfstak gebleken. Het is merkwaardig dat de overheid de branche desondanks als ‘criminogeen’ blijft beschouwen, aangezien de wet Bibob ook van toepassing is op speelhallen.

Samen met prostitutie, belwinkels, smartshops en coffeeshops, die onder de horeca vallen, worden speelautomatenhallen door de overheid bestempeld als een risicocategorie waar vergunningen mogelijk misbruikt worden voor criminele activiteiten. Deze achterhaalde en onjuist gebleken gedachte uit de jaren negentig, is dus nog steeds springlevend bij politici.

Kansspelbelasting
Dat blijkt ook uit het voornemen van staatssecretaris van Financiën Jan Kees de Jager (CDA), om met ingang van 1 juli a.s. voortaan 29% kansspelbelasting te heffen over de bruto speelopbrengsten, ofwel 41% van de netto omzet in plaats van het hoge BTW tarief van 19%. 

Om te voorkomen dat de sector failliet gaat moeten de ondernemers dan maar minder prijzen uitkeren aan hun klanten, vindt de staatssecretaris, die door partijgenoot en Rabobank topman Joop Wijn is omschreven als ‘een parel aan de kroon van Nederlands ondernemerschap’. De Tweede Kamer ging zonder slag of stoot akkoord met de belastingverhoging van ruim 80%. Pas in de Eerste Kamer werden de eerste kritische vragen gesteld aan De Jager. Hopelijk dringt het besef door dat de speelhallenbranche geen criminogene sector is, en zo’n hoge belastingdruk niet kan opbrengen.

3 gedachten over “Geen witwassen in branche amusementscenters

  1. wij verhuren speelautomaten tegen een vaste prijs aan horeca exploitanten , wij hadden geen zeggenschap over de inworp , deze kwam geheel ten goede aan de horeca ondernemer . als wij alleen de kansspelbelasting moeten betalen is dat zeer onredelijk !.

    groet .W.

  2. Ik ben toevallig op deze site gekomen en ben sinds 1973 werkzaam in de speelautomatenbranche. Ik durf met de hand op mijn hart te beweren dat ik nog nooit zaken ben tegengekomen die wijzen op georganiseert witwassen van geld. Sterker nog, ik denk dat – zeker na 1996 – de speelautomatenbranche de branche is waar het minste zwarte geld in omgaat! In iedere branche zitten schuinmarcheerders; Notarissen! Advocaten! Bankdirecteuren! dus ongetwijfeld ook in onze branche. Maar 99% doet zijn stinkende best om het imago op te krikken. Iedere journalist is welkom bij de meeste bedrijven en mogen alles vragen en zien. Er zijn namelijk helemaal geen geheimen omdat de branche van top tot teen gecontroleerd wordt door diverse instanties. Maar als je als journalist op zoek gaat naar die ene rotte appel, ja dan zal je er ongetwijfeld een vinden. Ik ben slechts een werknemer, maar het doet mij zeer als ik weer zoveel negativiteit lees.

  3. Beste Ron,

    Dank voor je reactie op mijn blog. Het is inderdaad beschamend wat deze branche de afgelopen jaren heeft moeten doorstaan. ‘Laagwaardige ondernemingen die bijdragen aan een verloederd straatbeeld’, dat vinden de burgemeester en een wethouder van Amsterdam van speelhallen schrijft het Parool. Een jaar geleden is zo’n ‘laagwaardige onderneming’ nog een nieuwe vergunning beloofd door het stadsbestuur. Er komen 150 speelautomaten in het nieuwe City theater. Meer dan er in het hele Wallengebied in speelhallen staan opgesteld.

    Ik vind het jammer dat de VAN nooit bezwaren heeft gemaakt tegen de toepassing van de wet Bibob op onze branche. Hierdoor wordt het negatieve imago alleen maar bevestigd. De branche is helemaal niet criminogeen. De veronderstelling van o.a. burgemeester Cohen dat speelautomaten zich lenen om geld wit te wassen klopt evenmin. Dat is in 1998 al wetenschappelijk vastgesteld door het Willem Pompe Instituut.

    Met het wettelijke uurverlies van maximaal 40 euro moet je liefst 2500 uur op een automaat spelen om als exploitant 100.000 euro wit te kunnen wassen. Stel dat je 12 uur per dag kunt spelen dan ben je dus 208 dagen bezig om de omzet met een ton op te voeren. En daar moet dan belasting over worden betaald, tegenwoordig kansspelbelasting ofwel 41% van de netto opbrengst. Er blijft niks van over.

    Het lijkt wel of mensen tegenwoordig niet meer logisch willen nadenken.

    Groet, Marcel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.