Gemeente lekte naar Het Parool

Dat Het Parool vaak als eerste informatie van de gemeente krijgt toegespeeld over het opschonen van de Wallen is geen toeval. De gemeente mag de berichtgeving over dit onderwerp namelijk meebepalen van de redactie, en dat is wel zo prettig. Dit vertelde oud-woordvoerder Herbert Raat van Lodewijk Asscher trots aan studenten politicologie van de Universiteit van Amsterdam in het kader van hun onderzoek ‘Macht op de Wallen’. Waar AT5 haar lezers neutraal informeert, kiest Het Parool in haar berichtgeving over de Wallen steevast voor het ‘opschoonframe’, constateerde het onderzoeksrapport van de UvA in 2009.

Lek naar Het Parool
Op 18 april 2011 besloot burgemeester Eberhard van der Laan om geen nieuwe vergunningen te verlenen aan mijn speelhallen. Dat was zo’n Wallen-primeur die een verslaggever van Het Parool op een presenteerblaadje van ‘een bron’ kreeg aangereikt. Zonder eerst fatsoenlijk in de gelegenheid te zijn gesteld om mijn personeel van het besluit op de hoogte te brengen, lag de krant dezelfde dag al om 13.00u in het rek van de sigarenzaak in de Molensteeg. In dikke letters stond op de voorpagina: ‘Gokhallen Wallen gesloten’. De gemeente vond het belangrijker eerst de pers te informeren en dan pas de betrokken ondernemer wiens vergunningen worden geweigerd.

Het op 18 april 2011 genomen en dezelfde dag per aangetekende post verzonden besluit, lag woensdag 20 april 2011 in de postbus van de speelhallen.

Lek naar AT5
Parool-journalist Paul Vugts moest op 18 april 2011 naar eigen zeggen ‘behoorlijk vaart maken’ met het schrijven van twee artikelen over de sluiting om de deadline te halen, zo verklaarde hij later tijdens een verhoor bij de gemeentelijke ombudsman die het lekken van het besluit naar onder meer Het Parool en AT5 onderzocht.

Bram Mullink (AT5) wist op vrijdag 15 april 2011 al van het besluit af. Hij kende naar eigen zeggen niet de exacte inhoud, maar wel ‘de richting’. Omdat het besluit negatief was, en de journalist dacht dat ik het al had ontvangen, belde hij mij die vrijdag op voor commentaar. Mullink was verrast dat ik nog van niks wist. Zonder de strekking van het besluit prijs te geven zei hij: “Nou Marcel, dan kun je de aankomende week post van de gemeente verwachten.”

Onderzoek ombudsman
Toen de ombudsman later tijdens besloten verhoorsessies aan de journalisten vroeg van wie zij het bericht over de sluiting van mijn speelhallen hadden vernomen, beriepen zij zich allebei op hun verschoningsrecht. Bronbescherming is een groot goed in de journalistiek, anders vertelt niemand meer iets aan een journalist. Onhandig is die bronbescherming wel als je een evident lek van de gemeente naar de media en schending van privacy onderzoekt.  

Burgemeester Van der Laan
Eberhard van der Laan is geen journalist maar burgemeester van Amsterdam. Een burgemeester heeft geen verschoningsrecht zoals een journalist en kan gewoon de naam noemen van de ambtenaar die zijn besluit heeft gelekt naar de pers. Maar dat doet hij niet, terwijl zijn voornemen van 2 november 2010 om geen vergunningen meer te verlenen ook al naar Het Parool was gelekt.

Op 13 april 2011, 5 dagen voorafgaand aan het Bibob-besluit over mijn vergunningaanvragen voor het voortzetten van de exploitatie van mijn speelhallen, reageerde burgemeester Van der Laan op mijn klacht wegens het lekken van zijn Bibob-voornemen van 2 november 2010 naar Het Parool. De burgemeester noemde zoals gezegd geen namen van lekkende ambtenaren maar schreef wel in zijn brief er geen probleem mee te hebben om informatie over mijn Bibob-zaak naar buiten te brengen. Deze brief van Van der Laan, wat in feite bevestigt dat zijn voornemen is gedeeld met een journalist van Het Parool, heb ik aan de ombudsman verstrekt in het kader van zijn lekonderzoek.   

Eindrapport ombudsman
Op 7 december 2011 concludeerde ombudsman Udo van de Pol in zijn eindrapport ‘Geheimhoudingsplicht bij Bibob-besluiten’ over het lekken: 

Een eigenaar van twee gokhallen op de Wallen dient een aanvraag voor een exploitatievergunning voor zijn gokhallen in. Hij wordt in verband hiermee getoetst op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

Op vrijdag 15 april 2011 was de eigenaar al benaderd door een journalist van AT5 die hem meedeelde dat de bekendmaking aanstaande was. Maandag 18 april, de dag van bekendmaking van het afwijzende besluit aan hem publiceert Het Parool dat de gemeente de man de exploitatievergunningen voor zijn gokhallen onthoudt. De man meent dat deze informatie vanuit het stadhuis is ‘gelekt’, hoewel de medewerkers een geheimhoudingplicht hebben. Omdat er volgens hem bij een eerdere aanvraag ook sprake is geweest van schending van de geheimhoudingsplicht, wendt hij zich tot de ombudsman.
De ombudsman houdt een hoorzitting. Nadien zijn de bestuursvoorlichter en twee journalisten onder het verband van de belofte gehoord. Beide journalisten beroepen zich op hun professionele verschoningsrecht. Daarom is onbekend gebleven sinds wanneer zij precies over welke informatie beschikten, langs welke weg die informatie hen heeft bereikt, laat staan van wie zij die hebben gekregen. De bestuursvoorlichter ontkent uitdrukkelijk, met verwijzing naar de bij Bibob-zaken gebruikelijke restrictieve wijze van voorlichting geven, voortijdig enige mededelingen aan de pers te hebben gedaan. Bij deze stand van zaken is er voor de ombudsman geen aanknopingspunt voor nader onderzoek.

De veronderstelling van de man dat vanuit het stadhuis aan media, met name AT5 en Het Parool, voorinformatie zou zijn verstrekt over de op handen zijnde negatieve beschikking op de aanvraag voor de Bibob-vergunning komt derhalve niet vast te staan. Dat wil zeggen dat uit het onderzoek van de ombudsman niet is gebleken dat van de zijde van het stadhuis in deze kwestie het vereiste van privacy is geschonden.

Conclusie ombudsman
Omdat de gehoorde journalisten op grond van hun bronbescherming zwijgen wie de informatie over het besluit naar hen heeft gelekt, baseerde de ombudsman zich maar op hetgeen de bestuursvoorlichter hem op de mouw heeft gespeld. Maar hieruit kun je natuurlijk niet opmaken of de vereiste privacy van de zijde van het stadhuis wel of niet is geschonden, zoals de ombudsman in zijn rapport stelt. Het staat namelijk als een paal boven water dat de journalisten eerder zijn geïnformeerd over het besluit over het sluiten van mijn bedrijven dan ik. Er is zonder meer gelekt. Het zwijgen van de journalisten over wie hen heeft geïnformeerd over het besluit, bevestigt dat. Desondanks vindt ombudsman Van de Pol ‘dat niet is gebleken dat van de zijde van het stadhuis in deze kwestie het vereiste van privacy is geschonden’, zoals de Wet Bibob voorschrijft.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.