Frank Wieland: Het proces

De inmiddels gepensioneerde rechter Frank Wieland die Willem Holleeder in 2019 als eerste een levenslange gevangenisstraf oplegde, was afgelopen woensdag 1 november tafelgast bij Khalid & Sophie, een dagelijkse talkshow op NPO1. Als voorzitter van de zittingscombinatie moest Wieland tijdens het zogeheten Vandros-proces beoordelen of het Openbaar Ministerie voldoende bewijs had verzameld voor hun veronderstelling dat Holleeder verantwoordelijk is voor een aantal liquidaties in de Amsterdamse onderwereld. Het uitspreken van het vonnis op 4 juli 2019 werd live uitgezonden door de NPO.  

Overweging over gokhallen
Behalve over liquidaties permitteerde Wieland zich in het vonnis ook een oordeel uit te spreken over mijn gokhallen op de Wallen, waarvoor ik mij tot in de nek in de schulden heb gestoken om die in 2002 te kunnen kopen. Volgens Wieland zouden die hallen feitelijk aan Willem Holleeder toebehoren, want dat hadden zijn zussen in Vandros verklaard. En het zou ook nog blijken uit enkele uitlatingen van Holleeder in een stiekem door zijn zus Astrid opgenomen gesprek.

Afgezien dat het onzin is, en Willem dat zogenaamde eigendom zelf heeft ontkend, heeft deze foute aanname helemaal niets met de liquidaties te maken waarvoor Holleeder in Vandros terecht stond.  

Dat het Vandros-vonnis tóch deze hoogst merkwaardige overweging over mijn bedrijven bevatte, kwam niet als een verrassing. Toenmalig D66-voorzitter van stadsdeel Centrum Mascha ten Bruggencate, had dit namelijk op 7 mei 2019, dus bijna twee maanden voorafgaand aan het vonnis, al aan mij laten doorschemeren in een gesprek dat ik met haar had op het stadhuis. Toen Mascha dat vertelde was mijn eerste gedachte: een van de rechters is kennelijk van D66-huize en had die informatie over het nog uit te spreken vonnis alvast met de stadsdeelvoorzitter gedeeld. Mascha leek mijn gedachte te kunnen raden en beweerde dat die informatie afkomstig was van ambtenaren van het zogeheten Team Ondermijning.

Vonnis aanleiding nieuwe strafzaak  
Het zich ongevraagd uitlaten over het eigendom van mijn bedrijven in een vonnis over liquidaties, waar mijn bedrijven helemaal niets mee van doen hebben gehad, had grote gevolgen. Het vonnis van Wieland was voor het OM de aanleiding om mij opnieuw te vervolgen. Dat heeft een Officier van Justitie op 3 juli 2020, in aanwezigheid van mijn advocaat en twee rechercheurs, letterlijk aan mij medegedeeld. Vandaar dat ik de aflevering van Khalid & Sophie met oud-rechter Frank Wieland met meer dan gemiddelde belangstelling heb teruggekeken.    

Interviews
Nadat hij Holleeder had veroordeeld tot levenslang, gaf Wieland interviews over het proces, net als de Officieren van Justitie Sabine Tammes en Lars Stempher die het OM op de zaak had gezet. De Officieren hadden levenslang tegen Holleeder geëist en waren ‘opgelucht dat de rechtbank hun betoog op alle aanklachten heeft gevolgd’, vertelden ze in een gezamenlijk interview met de Volkskrant.  

Het Proces
Afgelopen woensdag zat Wieland bij Khalid & Sophie aan tafel om zijn boek ‘Het proces’ te promoten dat hij heeft geschreven over de ‘dikke prachtige zaak met zoveel daaromheen’, zoals hij het Vandros-proces noemde. Het was de grootste strafzaak uit zijn carrière en ook zijn laatste.

Host van het televisieprogramma die avond was Khalid Kasem, een voormalig advocaat die wel eens tegenover rechter Wieland had gestaan ter verdediging van een cliënt. Khalid sprak de oud-rechter aan bij zijn voornaam en creëerde een ouwe jongens krentenbrood sfeer.

Wieland vertelde in de uitzending dat in de zaak Holleeder ‘alles’ zat. “Je hebt te maken met de media, je hebt te maken met getuigen, in dit geval familieleden van de verdachte, dat maakt het extra heftig. Je hebt te maken met vooroordelen gebaseerd op wat in de media is gezegd, met kroongetuigen…”, legde de oud-rechter uit.

De uitgeverij introduceert de auteur van ‘Het Proces’ als volgt op haar website:
‘Frank Wieland (Gorinchem, 1949) studeerde rechten aan de Universiteit Utrecht en werkte aanvankelijk als advocaat. In 1985 werd hij benoemd tot rechter in Groningen. Vanaf 2007 was hij rechter in Amsterdam. Hij was een van de drie rechters die in 2019 Willem Holleeder veroordeelden tot levenslang, een vonnis dat in 2022 in hoger beroep werd bekrachtigd.’     

Vandros-vonnis vernietigd
Dat laatste klopt niet helemaal, of eigenlijk helemaal niet. Het gerechtshof heeft het vonnis van Wieland niet bekrachtigd maar vernietigd. Weliswaar kwam het hof eveneens uit op een levenslange gevangenisstraf voor Holleeder, maar met een afwijkende bewijsconstructie dan de rechtbank had toegepast. Zo ontbreken in het arrest van het hof overwegingen over mijn ‘gokhallen’. Die worden zelfs in het geheel niet genoemd, wat kennelijk voor het hof een van de redenen is geweest om het vonnis van Wieland niet te bekrachtigen of deels over te nemen maar in zijn geheel te vernietigen.

Een vraag die Khalid aan Wieland had kunnen en moeten stellen is: Frank, jouw vonnis is na een paar jaar alweer vernietigd, waarom dan toch een boek over het Holleeder-proces? Maar die vraag kwam niet.

Als ik zelf vragen aan Wieland had mogen stellen had ik hem gevraagd naar zijn drogredenering over mijn bedrijven in het Vandros-vonnis. Tijdens het strafproces ontkende Holleeder, zowel mondeling als op schrift, eigenaar te zijn van twee gokhallen op de Wallen. Die verklaring was de waarheid, want die hallen zijn mijn eigendom. Over die ontkenning van Holleeder stelde Wieland in zijn vonnis: ‘Uit de omstandigheid dat verdachte tot op heden heeft ontkend dat de gokhallen feitelijk van hem waren, concludeert de rechtbank dat verdachte er blijkbaar veel aan gelegen is om dat verborgen te houden.’  

Een schijnargument ten grondslag leggen aan een gerechtelijk oordeel, zoiets verwacht je niet tegen te komen in een vonnis. Zoals je als rechter ook niet kunt concluderen: “de verdachte ontkent de moord te hebben gepleegd; hieruit blijkt dat de verdachte er blijkbaar veel aan gelegen is om niet te worden aangemerkt als een moordenaar.” Elke rechter die voorstelt zo’n kulredenering in zijn of haar vonnis te zetten wordt uitgelachen, maar niet Frank Wieland. Het tekent zijn autoriteit en macht.        

Openstaande vragen
Er zijn wel meer vragen over de Vandros-uitspraak in eerste aanleg die ik aan oud-rechter Wieland zou willen stellen, vragen zoals:    

Hoe is mogelijk dat ambtenaren van de gemeente Amsterdam, twee maanden voorafgaand aan uw Vandros-uitspraak, voorkennis hadden van een afweging over mijn speelhallen in uw vonnis? Die speelhallen stonden niet op de tenlastelegging. Dus zo voor de hand lag dat niet.   

Komt het vaker voor dat een rechter vooraf informatie met ambtenaren deelt over een aankomend strafrechtelijk vonnis waarvan de uitkomst van belang is voor het nemen van gemeentelijke besluiten? Zo ja, in welke gevallen is dat nog meer voorgekomen?

Welke wettelijke bepaling geeft een rechter de bevoegdheid om in een vonnis een oordeel te vellen ten aanzien van veronderstelde strafbare feiten die niet vermeld staan op de tenlastelegging?

Zijn ook in andere strafzaken onder uw voorzitterschap oordelen geveld over strafbare feiten die niet op de tenlastelegging stonden? Zo ja, kunt u voorbeelden geven van andere gevallen waarin dat is gebeurd?

Welke waarde moet aan zo’n oordeel ‘ten overvloede’ worden gehecht? Is die waarde gelijk aan de waarde van een vonnis van bijvoorbeeld een civiele rechter die expliciet gevraagd wordt te beslissen wie de feitelijke eigenaar is van – in dit geval – de ‘gokhallen’?

Komt het vaker voor dat rechters zich in een strafrechtelijke vonnis in beschuldigende zin uitspreken over een persoon die geen procespartij is en bovendien eerder onherroepelijk is vrijgesproken voor de in het vonnis geuite beschuldiging? Zo ja, kunt u voorbeelden geven van die andere gevallen waarin dat is gebeurd?

Bent u bekend met het principe van hoor en wederhoor? Waarom vond u het noodzakelijk om u in het liquidatieproces Vandros uit te spreken over het eigendom van bedrijven die geen rol spelen of hebben gespeeld bij de ten laste gelegde feiten, zonder de werkelijke eigenaar van deze bedrijven te horen?

Indien u als rechter de werkelijke eigenaar had willen horen over het eigendom van de ‘gokhallen’, had u hiertoe de mogelijkheid gehad tijdens het proces? Bijvoorbeeld door een suggestie te doen richting het OM of de verdediging om mij als getuige op te roepen? Zo ja, waarom heeft u geen gebruik gemaakt van die mogelijkheid?

Voor welke bewezenverklaring van de aan Willem Holleeder ten laste gelegde feiten, heeft uw oordeel over (het eigendom van) mijn speelhallen een doorslaggevende rol van betekenis gespeeld? Had dit ook gekund zonder een oordeel ten overvloede over mijn bedrijven?

Had u bij het schrijven van het vonnis voorzien dat het daarin uitspreken van een oordeel over (het eigendom van) mijn speelhallen, gevolgen zou hebben voor nog lopende (bibob)procedures en dat dit voor het OM aanleiding zou zijn om mij opnieuw te vervolgen voor witwassen?

Bent u achteraf van oordeel dat u in 2019 over voldoende informatie beschikte om tot de in het vonnis getrokken conclusie over mij en mijn bedrijven te trekken?

In het Vandros-vonnis suggereert u dat de ‘gokhallen’ door een vorige eigenaar zijn gekocht met het nog altijd zoek zijnde deel van het Heinekenlosgeld. Hoe bent u tot die conclusie gekomen? Op welke bewijsmiddelen is deze conclusie gebaseerd?

Ik heb deze vragen eerder aan de president van de Amsterdamse rechtbank Christa Wiertz-Wezenbeek gesteld maar heb daar helaas geen antwoord op gekregen. In haar brief van 20 augustus 2020 heeft de president uitgelegd waarom zij mijn vragen niet kon of niet wilde beantwoorden. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat ik de antwoorden op mijn vragen ook niet zal aantreffen in het boek ‘Het Proces’ van Frank Wieland.    

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.