Endstra’s financiële man (1)

Tijdens een getuigenverhoor bij de rechter-commissaris staat waarheidsvinding voorop. Een rechter-commissaris stelt daarom open vragen. Als rechercheurs daarentegen getuigen verhoren, worden vaak sturende vragen gesteld en worden getuigen selectief gevoed met informatie uit het onderzoek om hun reactie te peilen. Zo stelden verbalisanten van de Nationale Recherche de herfinanciering van mijn speelhallen en de wallenpanden via Wilbury Limited in een kwaad daglicht tijdens het verhoren van Joop van der Haar, van maart 2003 tot medio 2006 de financiële man van het Endstra concern.

‘Ik ben een eerlijke jongen’
Voor het Openbaar Ministerie is registeraccountant Van der Haar een belangrijke getuige in het onderzoek. Tijdens het eerste verhoor op 18 mei 2004 verklaarde Van der Haar al openhartig. Waarom hij de recherche zo behulpzaam was legde hij aan de verbalisanten uit:

‘De man (Holleeder) gaat boven de wet, een beetje arrogant type, waarvan ik denk, ik ben een eerlijke jongen, ik werk hard en hij doet maar waar hij zin in heeft. Ik heb een beetje dat onrecht gevoel.’

Door dat ‘onrecht gevoel’ ging bij Van der Haar soms zijn fantasie met hem aan de haal, bijvoorbeeld toen hij tijdens een van de verhoren verklaarde in 2002 een bepaalde stemming bij Willem Endstra te hebben waargenomen, terwijl hij op dat moment nog niet werkzaam was op het kantoor aan de Apollolaan. De rechter-commissaris was dit niet ontgaan toen hij deze verklaring met de getuige doornam. Hij vroeg aan Van der Haar: “Hoe heeft u Wim’s reactie dan kunnen merken en wanneer?'” De getuige moest bekennen dat wat hij bij de recherche had verklaard niet waar kon zijn: “Ik was toen nog niet in dienst. Ik kende Wim Endstra toen nog niet”.

Liever geen gokkasten in Amsterdam
Van der Haar dacht graag met de rechercheurs mee. Over Endstra’s aankoop van de speelhallen in 1996 verklaarde Van der Haar dat de vastgoedman hiertoe was gedwongen. Van der Haar deed voorkomen alsof hij daar persoonlijk getuige van was geweest:

“Die jongen (Kaatee) werkt op de Wallen en die heeft daar wat gokpaleizen. Dus daar zit ook een link in. Zo is die onderneming eigenlijk in Wim zijn mik geschoven. Die moest hij gewoon kopen.”

Op 7 maart 2007 confronteerde de rechter-commissaris Van der Haar met deze verklaring en vroeg hem: ‘Wat bedoelt u hiermee en hoe weet u dit?’ Van der Haar gaf toe hier slechts over te hebben gespeculeerd naar aanleiding van berichten in de media want Endstra had nooit met hem over deze aankoop gesproken. :

“Dit heb ik zelf en achteraf geconcludeerd, hoe de aankoop is gegaan. Dit is niet op feiten gebaseerd. Het gaat om een vermoeden bij mij. En om hetgeen ik heb gezien in de stukken. Dat deze aankoop anders is gegaan dan normaal geschiedt. En het vermoeden is ingegeven door de media en de namen die je hoort. Toen heb ik de verbanden gelegd. Dat die onderneming in Wim zijn mik is geschoven en gewoon moest kopen, zijn mijn woorden. Wim Endstra heeft hierover niet met mij gesproken. Ik weet alleen dat hij liever géén gokkasten had in Amsterdam en deze liever kwijt dan rijk was.”

Van der Haar: getuige of collega?
Mijn advocaat Arthur van der Biezen toonde in zijn pleitnota aan dat de speculaties van Endstra’s financiële man over de al dan niet gedwongen aan- en verkoop van de speelhallen, zijn gevoed door derden. In zijn eerste verklaringen, kort na de liquidatie van Endstra, wist Van der Haar namelijk nog heel weinig te vertellen over de speelhallen en Endstra’s bedrijven waartoe de speelhallen behoorden.

Niet alleen spraken de rechercheurs met Van der Haar over de speelhallen maar ook over de herfinanciering die eind februari 2003 was verstrekt door Wilbury Limited, een offshore bedrijf van Jan-Dirk Paarlberg. Ook daar zat volgens de verbalisanten een luchtje aan. Of Van der Haar dat even kon uitzoeken, alsof Endstra’s financiële man een collega van hen was.

Gebouw “Royal” Investments BV
Op 22 juni 2004 ondervragen de verbalisanten Van der Haar hierover:

V: ‘Gebouw Royal Investment, zegt u dat wat?’
A: ‘Gebouw Royal Properties, Finest.’

Met ‘Finest’ doelt de getuige waarschijnlijk op Gebouw ‘Royal’ Finance BV, Endstra’s vennootschap die de speelautomatenhallen tot september 2002 in eigendom had. Van der Haar is op 22 juni 2004 in elk geval nog niet in staat om de bedrijfsnaam goed te reconstrueren. Het zegt hem nog niets. De verhorende rechercheurs helpen hem een handje en leggen de getuige uit hoe zij denken dat het in elkaar steekt:

V: ‘Er is een lening verstrekt door Convoy aan Gebouw Royal Investment. De lening wordt overgenomen door Wilbury Limited en er wordt geld overgemaakt van Wilbury aan de notaris en die moet het overmaken aan Convoy. Als ik het goed heb, is het een bedrag van vier miljoen euro in februari 2003.’
A: ‘Ik was daar nog niet beland met het spitwerk.’

V: ‘Er moet een bedrag van vier miljoen zijn binnengekomen in februari 2003. Vanaf de notarisrekening voor de overname van de lening aan Gebouw Royal Investment. Zegt je dat wat?’
A: ‘Nee. Ik had net 2001 afgerond en ik had net alles van 2002 opgetrommeld en klaarliggen om te gaan doorspitten. Ik was ook begonnen om sommige dingen uit te zoeken hoe die waren binnengekomen uit het jaar 2000.’

Huiswerk
Endstra’s financiële man heeft duidelijk geen wetenschap over de aankoop dan wel verkoop en herfinanciering van de speelhallen. Alles wat Van der Haar later, na deze verhoordatum, over mijn vennootschap Gebouw “Royal” Investments BV en de speelhallen gaat verklaren komt uit zijn ‘eigen koker’. Of zoals hij bij de rechter-commissaris stelde: ‘Dit heb ik achteraf geconcludeerd, hoe de aankoop is gegaan. Dit is niet op feiten gebaseerd. Het gaat om een vermoeden bij mij’.

De getuige krijgt op 22 juni 2004 wat huiswerk mee van de rechercheurs.

V: ‘Mocht je nou een onderzoek gaan doen, dan zien wij, het is vier miljoen euro.’
A: ‘Is dat iets van tien miljoen gulden?’

V: ‘Het is februari 2003. het waren al euro’s en die moeten via een notariskantoor binnengekomen zijn. Het was een lening die de Endstra-groep verstrekt had aan Gebouw Royal Investment.’
A: ‘Alles wat Gebouw Royal is wat Properties of Finest was heb ik ook altijd gerelateerd iets met Kaatee, Holleeder, Grifhorst in die hoek, dat weet ik wel. Alles wat met Gebouw Royal begon komt van die kant. Ik zal eens vragen aan de accountant die al de Gebouwen Royal Properties en Gebouw Royal Finance heeft gedaan, of hij op de hoogte is van de vennootschap Gebouw Royal Investment.’

Van der Haar blijkt op dat moment nog niets te weten van een herfinanciering maar gaat het wel even uitzoeken voor het verhorende koppel. Van een open vraagstelling is geen sprake. De rechercheurs suggereren dat er iets mis zou zijn met die 4 miljoen en Van der Haar moet het voor hen gaan uitpluizen. Op voorhand relateert Van der Haar het allemaal al aan Kaatee, Holleeder, Grifhorst, ‘in die hoek’.

Wilbury
Voordat Van der Haar voor hen aan de slag gaat prent het verhorende team het er bij de getuige nog eens goed in:

V: ‘Er is een lening verstrekt door Convoy aan Gebouw Royal Investment en die lening is overgenomen door Wilbury Limited en die heeft geld overgemaakt aan de derde rekening van de notaris en van daaruit nemen wij aan dat het naar Convoy is gegaan. De lening is overgenomen door die Limited, dus is Convoy terugbetaald en we wilde weten of dat bij u bekend is.’
A: ‘Nee, ik snap ook niet waarom zo een rondje heeft moeten lopen.’

De veronderstelling van de verbalisanten dat Convoy een lening zou hebben verstrekt aan Gebouw “Royal” Investments klopt niet. Convoy heeft helemaal geen lening verstrekt aan mijn vennootschap. Endstra’s financiële man snapt er dan ook niets van. Hij denkt nu dat het geld uit eigen zak komt en antwoordt: “Er heeft een omslag plaatsgevonden. Waarom zou je geld geven aan jezelf? Dat is wat er gebeurt”. Op dat moment denkt Van der Haar dat Wilbury van Endstra is, maar het verhorende koppel helpt hem weer op weg:

V: ‘Wilbury is niet van Endstra! Dat is gewoon een derde, die neemt gewoon de lening over. In principe krijgt Endstra zijn geleende geld terug van vier miljoen dus hij heeft weer liquide middelen.’
A: ‘Ik moet dat uitzoeken.’

Tot dit verhoor kende Van der Haar mijn vennootschap Gebouw “Royal” Investments BV en de kredietverstrekker Wilbury helemaal niet. Hij wist niet wie daarbij betrokken waren en had Endstra er ook nooit over gehoord. Van der Haar maakt dat nogmaals duidelijk aan het eind van het verhoor:

V: ‘Het komt je niet bekend voor?’
A: ‘Nee, want ik was nog niet in 2003 beland. Het was nog voordat ik er kwam werken.’

Kortom: Endstra’s financiële man kan niets uit eigen wetenschap of waarneming verklaren over de beweegredenen en inhoud van de transacties en financieringen die gerelateerd zijn aan de speelautomatenhallen en de wallenpanden.

Rechter-commissaris
Op 16 maart 2007 verklaart Van der Haar bij de rechter-commissaris:

V: ‘Met betrekking tot de herfinanciering via Wilbury, van die hallen: klopt het dat u tot aan uw verhoor op 22 juni 2004 hier niet van gehoord had?’
A: ‘Dat is correct.’

Op alle ten laste gelegde strafbare feiten die betrekking hadden op de herfinanciering door Wilbury Ltd. volgde op 21 december 2007 vanzelfsprekend vrijspraak. Het Landelijk Bureau Bibob en de burgemeester van Amsterdam zijn het niet met de rechtbank eens, zo blijkt uit het bibob-advies en het voornemen om mijn speelhallen te willen sluiten.

Eén gedachte over “Endstra’s financiële man (1)

  1. Je ziet m.i. dat er door het O.M. op geen enkele wijze is “gezocht” naar de objectieve waarheid, i.z. deze……maar gelijk hebben is een, maar je recht halen in Nederland is me ECHT wat anders. Het zal wel, in H.b, tot een veroordeling komen, met een “laf dichtgetimmerd vonnis” want er zijn nog maar weinig Rechters in Nederland, die ook eens naar het ontlastende materiaal kijken…in zo”n grote omvangrijke zaak met zoveel ordners vindt je altijd wel een speld waar je een vonnis mee kunt staven. Anyway, veel succes en ik blijf getuned!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.