Afspraakjes in het Amsterdamse bos

Willem Endstra vertelde tegen de CIE-rechercheurs dat hij Willem Holleeder dikwijls sprak in het Amsterdamse bos. Hoe die afspraakjes tot stand kwamen liet Endstra doorschemeren tijdens het achterbankgesprek van 1 juli 2003: “Hij (Holleeder) komt nooit op kantoor. Hij stuurt altijd Kaatee of iemand langs. En die zegt waar ik moet komen. Meestal is het bij het eh… hockeyveldje in het bosplan.”

Vriendschap
In 1995 raakte Willem Endstra bevriend met Willem Holleeder. Ze gingen samen op vakantie en werden veelvuldig samen gesignaleerd in de betere restaurants van de stad. Als ik Endstra wel eens sprak was hij vaak in gezelschap van Holleeder. Dit was buiten werktijd soms in café Lexington waar de Amsterdamse vastgoedjongens met aanzien graag onder het genot van een biertje elkaar sterke verhalen vertellen.

Le Garage was de favoriete dinerplek van de heren, en later Vermeer in hotel Barbizon. Omdat dit restaurant zich bevindt aan de rand van het Wallengebied mocht ik wel eens aanschuiven als ik ’s avonds aan het werk was. Dan belde Endstra en vroeg: “Heb je al gegeten? Ik zit bij Vermeer. Kom gezellig even langs.” Meestal wilde hij dan contant geld opnemen van de speelhallen.

Leugen
Eind augustus 2002 werd Endstra in De Telegraaf geportretteerd als ‘bankier van de onderwereld’ en Holleeder als zijn ‘bewaker’. Endstra wilde dat beeld rechtzetten in de media. Enkele maanden na de Telegraaf-publicatie gaf Endstra daarom een interview aan het glossy zakenblad Quote. Daarin beweerde de vastgoedbaron dat hij Holleeder niet of nauwelijks kende. Ik vond dat onbegrijpelijk. Endstra liet al enkele jaren verbouwingen en renovaties van zijn vastgoed door Holleeder regelen en begeleiden. Bijna de hele Amsterdamse vastgoedbranche was hiervan op de hoogte, waaronder veel Quote-lezers. Waarom vertelde Endstra dat niet gewoon naar waarheid in het interview. Daar was toch niets illegaals aan?

Op het bankje 
Kort na de publicatie van het interview in Quote werd een foto van Endstra gepubliceerd waarop hij naast Holleeder, die hij niet zou kennen, op een bankje zat aan de Apollolaan. Vanaf dat moment wilde hij niet meer met Holleeder in het openbaar gezien worden.

Endstra bedacht een plek waar zij elkaar konden ontmoeten zonder gespot te worden door journalisten, bankdirecteuren en andere zakenrelaties. Het Amsterdamse bos leek hem de meest geschikte locatie, niet ver van zijn kantoor. Endstra sprak Holleeder daar in verband met zijn veiligheid, vanwege zijn ruzie met Mieremet. Althans, ik wist niet beter. Holleeder was in De Telegraaf tenslotte aangeduid Endstra’s ‘bewaker’. In juni 2002 had dezelfde krant al eens geschreven dat Endstra door de politie was gewaarschuwd dat hij op een dodenlijst zou staan.

Afspraken 
Na publicatie van de foto hebben Endstra’s partner Anita Schuts, zijn broer Haico Endstra, zijn advocaat Bram Moskowicz en ook ikzelf wel eens contact gelegd of een afspraak bevestigd tussen de heren Endstra en Holleeder. Dat staat beschreven in processen-verbaal.

Tijdens zijn achterbankgesprekken met de CIE verdraait Endstra het verhaal van de afspraakjes. Hij doet voorkomen alsof ik herhaaldelijk door Holleeder op pad zou zijn gestuurd om een afspraak te maken in het Amsterdamse bos. Dat is niet hoe dat in werkelijkheid is gegaan.

Nadat ik de speelhallen en de panden in september 2002 had gekocht van Endstra, waren de verbouwingen voltooid en had ik nauwelijks contact meer met Holleeder. Uit de verklaring van Holleeder bij de rechtbank en uit andere verklaringen blijkt dat Endstra’s vriendin Anita Schuts de tussenpersoon was voor het maken van afspraken. Alleen vertelde Endstra dat niet tegen de CIE. In plaats daarvan loog hij dat ik alle afspraken tot stand bracht. Als reactie hierop dringen de CIE-rechercheurs herhaaldelijk aan dat Endstra hen onmiddellijk belt zodra ik weer langs kom. Ze begrijpen maar niet waarom Endstra zich niet aan de afspraak houdt en spreken hem vermanend toe: “Maar dat wil wel zeggen dat je je ook aan de afspraken moet houden. Als je met hem eh… of als Kaatee gestuurd wordt. Dat je ons wel waarschuwt dan”.

“Ik was eigenlijk een soort loopjongetje”
Waarom Jan, Henk of Carel geen telefoontje kregen van Endstra als er weer een afspraak was gemaakt, bleek tijdens het Kolbak-onderzoek. De afspraken met Holleeder werden namelijk in werkelijkheid gemaakt via Anita Schuts, Endstra’s partner. Rechercheurs van de Nationale Recherche vermoedden dit al want zij vroegen op 13 januari 2005 aan Schuts hoe zij door Holleeder was gebruikt. Anita antwoordde: ‘Ik was eigenlijk een soort loopjongetje. Ik mocht afspraken maken, boodschappen doorgeven en telefoontjes plegen’. 

“Kun je hem even bellen?”
Toen de rechter-commissaris Anita op 9 november 2006 met die verklaring confronteerde, beschreef zij hoe de afspraken de laatste anderhalf jaar vóór de liquidatie van Endstra, dus vanaf januari 2003, tot stand werden gebracht: ‘Als Holleeder naar mijn winkel kwam, zei hij: waar is Wim, kun je hem even bellen. Hij gaf ook boodschappen door. Ik denk dat ze de plaats wel wisten. Soms gaf hij alleen de tijd door. De boodschap van Holleeder gaf ik letterlijk aan Wim door. Dit kwam de laatste 1,5 jaar vaak, zo om de twee of drie dagen, dus meer dan eens per week voor.’ Aldus Schuts.

G1-11-042 Verklaring Anita Schuts bij r-c


Koos Plooij
Uit deze verklaring van Schuts blijkt dat het leggen van contact tussen Endstra en Holleeder niet overeenkomt met hetgeen Endstra aan de CIE heeft verteld.

Holleeder belde Endstra ook regelmatig op om zélf een afspraak te regelen. Dit verklaarde Endstra’s zus Beatrix bij de rechter-commissaris naar aanleiding van een sturende vraag van Koos Plooij. De Officier van Justitie twijfelde kennelijk aan de geloofwaardigheid van de getuige, nota bene Endstra’s eigen zus.

In een poging de getuige te beïnvloeden tijdens het verhoor, strooide Plooij met informatie wat anderen hierover hadden verklaard:

U hebt verklaard dat Wim Endstra regelmatig op een afgelegen plek werd ontboden nadat Holleeder hem had gebeld. Uit andere verklaringen kan worden afgeleid dat Holleeder juist niet zelf belde, maar bijvoorbeeld Marcel Kaatee de boodschap liet overbrengen om op een bepaalde tijd naar een bepaalde plaats te komen. Weet u zeker dat Holleeder Wim ook zelf wel opbelde?

Beatrix Endstra liet zich niet door de verhoortechniek van Plooij van de wijs brengen en antwoordde stellig: “Ik weet zeker dat Wim heeft gezegd dat hij door Holleeder zelf werd gebeld. Dat weet ik zeker.”

2 gedachten over “Afspraakjes in het Amsterdamse bos

  1. Is er nog iemand die naar de rol van Klaas Hummel informeert?Hij had het grootste belang en is merkwaardig genoeg veel in gesprek met Plooy geweest.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.